zaterdag 23 april 2016

Crash

De crash. Ze had altijd gedacht dat het een mentale kwestie was. Maar het bleek vooral fysiek te zijn. Schluss. Gedaan. Over en uit. Uren lag ze op de grond. Op een spreitje voor de kachel. Te staren. Of te slapen. Als verdriet een kleur had, zou het donkerbruin zijn. De kleur van vuile donderwolken. Geen ontkomen aan. Ze had nochtans gedacht dat ze het achter zich kon laten. Dat het welletjes was geweest. Haar tranen niet waard. Dus liep ze euforisch rond. Schuimde feestjes af. Ging overal op haar handen staan en lachte om alles. Een beetje hysterisch op den duur. De voorbode, van de crash.
Valentijn is niet leuk, als je gedumpt bent. Ook niet als één van je tindermatchen je 'happy valentine, girly' wenst. Want ze is geen girly, maar een vrouw, en een moeder, van vijf. En plots lijkt dat het laatste wat ze wil. Wat ze kan. De toekomst is een monster met scherpe tanden. Een bodemloze put. 'Goed' denkt ze en ze belt haar moeder om te zeggen dat ze niet meer kan. Bij de dokter in de wachtzaal pulkt ze zakdoekjes tot bergjes piepkleine pluisjes. En ze kleurt in een kleurboekje voor kleuters. Ze denkt dat het maar tijdelijk is, iets van korte duur.
Maar in bed wil ze alleen maar dood zijn. Of in coma. Voor eventjes. Ze wil niemand meer horen. Niemand meer zien. Ook niet haar bloedeigen kindjes. De snik in het bezorgde telefoontje van haar moeder breekt haar hart. Maar ze kan alleen maar snauwen dat ze niks te zeggen heeft. In haar hoofd zitten kabouters met kettingzagen. Ze maken het onmogelijk om helder na te denken.
Het buurmeisje zet haar aan het breien en ze breit maar liefst vier sjaals achter elkaar. Goed voor een lengte van 8 meter. Haar broer ontvoert haar naar een kasteel in Frankrijk, waar ze roerloos in het gras ligt en het ontwaken van de natuur bekijkt. Als ze op de snelweg de benzinetank leeg rijdt, is niemand boos. Zij ook niet. Er zijn ergere dingen.
Ze huivert bij de gedachte aan de citytrip die ze gepland heeft. Maar het valt mee. Ze huilt bij het opstijgen. Op de hop on hop off bus. En het hele concert van Florence. Dat mens heeft de soundtrack van het moeilijkste half jaar van haar leven verzorgd.
Haar vriendinnen zijn geweldig. Zelfs wanneer ze bijna hun vlucht missen. Verwikkeld in een gesprek dat zo zwaar is dat de hele luchthaven in het niets lijkt op te lossen. Het knappe zwartje achter de incheckbalie loopt rood aan en vertikt het om hen te laten instappen.  De strenge agent vraagt hen of ze volgende keer willen nadenken. In deze tijden, met terroristische aanslagen op drukke luchthavens, is het niet echt wijs om in te breken op een vliegtuig.  Ze kan alleen maar haar schouders ophalen en een beetje onnozel lachen als het vliegtuig eindelijk - met vertraging, veroorzaakt door hen - de lucht in gaat.