vrijdag 8 januari 2016

Storm

Wanneer de storm gaan liggen was , keek het meisje om zich heen. De schade was enorm en strekte zich eindeloos uit, in tijd en ruimte. Achterom kijken deed zo veel pijn dat het nauwelijks te verdragen was en toen ze vooruit keek, werd ze zo bang dat ze haar ogen stijf dicht kneep.
Maar tussen het puin en de brokstukken, vond ze stukje bij beetje wat er overbleef.
Ze stond in haar tuintje en snoof de winterlucht op. Na dagen van regen was de hemel eindelijk weer helder en vol sterren. Misschien moeten er soms rampen gebeuren voor je weer even de tijd neemt om in je eigen tuintje naar de sterren te kijken. 
Ze dacht aan haar kindertjes, die in hun bedjes lagen te slapen. Hoe ongeduldig zij soms met hen was. en hoe veerkrachtig ze waren, de kindertjes. Want hoe je het ook draaide of keerde, de vent had hen net zo goed achtergelaten.
En toch stampten ze dapper verder door hun leventjes, maakten ze nog steeds om het minste van hun oren om het net zo plots weer bij te leggen, met snotknuffels en veel te natte kussen.
Dan begroef het meisje haar gezicht in hun heerlijk zachte lijfjes en zei wel honderd keer 'I love you' ...
Ze wilde zo graag dat haar kleintjes wisten hoe het voelt als er iemand echt en onvoorwaardelijk van je houdt. Zonder daar ooit mee op te houden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten