vrijdag 25 december 2015

Kerst

Het meisje hield haar adem in en toch gebeurde het gewoon. Kerst.
Feest. Ze reed in een rotvaart van de bergen weer naar het huisje. De kindertjes waren uitgelaten. Het leek wel lente. De zon scheen veel te hard  en het was uitzonderlijk zacht voor de tijd van het jaar.
De eerste keer. Zonder hem. Ze bedacht dat er nog vaak eerste keren zouden zijn. Al die dingetjes, die zoveel fijner zijn als je ze deelt...
De eerste sneeuw, melktandjes die uitvallen, kindertjes die plots kunnen fietsen...Verjaardagen, feestjes, eindes en telkens weer een nieuw begin.
Toch was het een fijne kerst. Het huis was helemaal vol, en het meisje voelde zich vrolijk en een beetje wollig.
Ze was helemaal niet alleen, ze had haar prachtige kindertjes, die ook leuk waren zonder een perfect uitgekiende feestoutfit... Haar gekke schoonzusjes met hun ongezouten mening.
Nog niet zo lang geleden had ze gedacht dat ze nooit meer zou kunnen lachen, zeker niet met grapjes over haar vent, maar kijk, het was gebeurd en ze werd er niet meer triest van.
Ze kreeg één kerstwens waar haar hart een tel van oversloeg en toen was het voorbij. Ze ging op haar eentje naar haar huisje en zag dat het volle maan was. Net op kerst. Hoe schoon is dat.

maandag 21 december 2015

Op reis

De frisse buitenlucht, die zou haar goed doen. Ze maakte zes koffertjes, met broekjes, truitjes, laarzen, mutsen, wanten en voldoende ondergoed.
100 boekjes, 100 puzzels en 100 duploblokjes.
Ze telde haar kindjes nog eens na, duwde de hele reutemeteut in haar wagentje en ze reed naar de bergen. Nu ja, het waren geen échte bergen, maar dat wist het meisje niet, want ze had nooit erg goed opgelet bij aardrijkskunde. Jammer, anders had ze misschien geweten dat de wereld veel groter was dan haar dorp onder de kerktoren. Wie weet had ze dan , in een warm en vreemd land met een mysterieuze prins kunnen trouwen. Eentje die voor haar zou zorgen, tot het einde...
De kindertjes kibbelden en lachten om alles, het meisje zette de radio keihard en het werd een gezellige rit. Spannend was het wel,  met haar kroost naar een groot, donker bos, ver weg van de bewoonde wereld...




zaterdag 19 december 2015

Wankel

Op een avond ontmoette het meisje een heel bijzondere meneer. Ze geraakten aan de praat en ze was helemaal van slag door wat hij zei. Het leek wel of de meneer dwars door haar heen kon kijken.
Hij geloofde helemaal niks van haar dappere woorden en lachte schamper om haar ongeduld. Ze kon amper staan in haar nieuwe leventje  en ze wou al zo graag rennen.
‘NEEN’ zei de meneer, wel honderd keer. 'Wat jij doet, wat jij zegt, dat KAN gewoon niet. Leer eerst maar eens gelukkig zijn, op je eentje. En geloof me, dat zal nog niet voor morgen zijn.’
Ze stampvoette, trok aan haar haren en riep heel hard dat ze al lang weer gelukkig was, dat ze echt heel sterk was, en ook heel dapper en dat ze wat er gebeurd was nu wel achter zich had gelaten.
‘Mja, zal wel..’ mompelde de meneer. En hij dacht er het zijne van.
Hij werd een beetje moe van het meisje, van haar gedram, haar gezeur en haar eeuwige stemmingswisselingen. 'Je moet niet gaan stappen, voor je deftig rechtop kan staan. Als je dat doet, zal je struikelen, en ik heb echt geen zin om je telkens weer op te rapen' zei de meneer streng.
Ze bleef verbouwereerd achter, en ook een beetje verontwaardigd. Maar de meneer dwong haar om na te denken en stilaan zag ze dat hij wel een punt had. En wat belangrijker was, ze lag niet meer als een beschadigd vogeltje in de zetel, ze stond tenminste weer recht. Wankel weliswaar, maar ze stond er wel. Misschien moest ze daar maar gewoon blij om zijn.

vrijdag 18 december 2015

Het schoonzusje

Er was eens een schoonzusje, dat zo mooi en zo lief en zo slim was, dat ze meer weg had van een écht zusje. Toen het schoonzusje hoorde wat er gebeurd was, snelde ze naar het meisje toe. Samen met het meisje keek ze naar de foto van de mevrouw die de vent had weggekaapt.
Ze schudde meewarig het hoofd en zei dat het allemaal zo'n vaart niet zou lopen. Dat de vent gewoon even de kluts kwijt was en dat hij wel weer zou bijdraaien.
Het schoonzusje was de enige op de hele wereld die van het meisje met de vent zou mogen praten. Ze was altijd  diplomatisch, en altijd lief, ook als ze alle redenen had om het níet te zijn. Maar het mocht niet baten en het schoonzusje huilde met het meisje mee. Want ook zij voelde zich in de steek gelaten en begreep totaal niet wat de vent bezielde.
De weken verstreken en het werd almaar duidelijker dat hij nooit zou terugkeren. Toch bouwden het meisje en het schoonzusje een feestje, samen met de kleine broer, die niet echt klein was, maar gewoon piepjong, en ook met de buurjongen en het buurmeisje van vroeger, naast het ouderlijke huis.
Het meisje kon niet zo goed koken, want dat deed de vent altijd, maar samen met het buurmeisje lukte het wel.
Ze dronken rode wijn, losten de wereldproblematiek eindelijk eens op en praatten over whiskey, sigaren en over vroeger, toen hij er nog gewoon was.  De kindertjes gingen veel te laat naar bed, ook al was het midden in de week. Maar dat deerde het meisje niet, want het was voor de eerste keer weer écht gezellig.

donderdag 17 december 2015

Kerstboom

De grijze dagen werden korter. De doorwaakte nachten steeds langer. Het meisje werd ontzettend moe, december brak aan en de kerstgekte barstte los. Op de radio speelden ze het ene dwaze liedje na het andere.
Het liefst wou ze aan een winterslaap beginnen, om pas een heel eind in het nieuwe jaar weer wakker te worden. Bij voorkeur door een kus van een knappe, slimme, lieve prins op een groot, sterk en spierwit paard. Dat zou natuurlijk niet gebeuren en dat wist ze maar al te goed. Uiteraard geloofde ze nog in sprookjes, maar te gek moest het niet worden.
Al die kerstlichtjes deden pijn aan haar ogen en ook een beetje aan haar hart. Alle huizen in alle straten waren prachtig versierd en ze dacht dat het achter al die schitterende gevels wel peis en vree moest zijn, behalve in haar eigenste huisje, dat helemaal leeg en helemaal koud was.
Ook al wilde ze sterk en dapper zijn, soms kon ze niet anders dan meegaan in dat mottige gevoel van totale ontreddering.
Ze wilde het liefst alle kerstlichtjes doven, alle kerstbomen verbranden en ze bad dat de hele wereld bedolven zou worden onder een dik pak sneeuw, zodat alles wit zou zijn en oorverdovend stil.  Dan kon ze enkel nog naar de sterren kijken, en een wens doen als er eentje viel.
Op een donkergrijze zaterdagochtend ging de bel en stond haar broer op de stoep, verscholen achter een joekel van een kerstboom. De boom paste maar net in het huisje en het hart van het meisje zwol helemaal op, zo bol dat het net niet ontplofte.
Samen met de kindertjes hing ze lampjes en ballen in de boom, en de kindertjes vroegen of ze toch wel pakjes onder de boom mochten leggen.Ze nam zich voor om wat minder bevroren te zijn en trok zelfs een trui met een hert erop aan. Ze kreeg zowaar een kerstgevoel en neuriede mee met de dwaze liedjes op de radio. Ze bofte maar met zo'n broer.

woensdag 16 december 2015

Buurvrouw

Op een keer, toen ze zat te wachten op haar vent, die maar niet kwam opdagen, ging het meisje midden in de nacht op de stoep zitten. Haar hart bonkte in haar keel en ze bleef maar geloven dat het allemaal niet zo erg was als het leek. Ze wachtte en wachtte en kreeg het steenkoud, in haar veel te dunne truitje dat niet bestand was tegen de kille oktobernacht.
Aan de overkant van de straat stond een buurvrouw de planten op de vensterbank te gieten. Het meisje had de buurvrouw altijd al bijzonder gevonden. Ze straalde kracht en wijsheid uit, maar nooit eerder had het meisje de moed gevonden om de vrouw aan te spreken. 
Helemaal verdoofd van verdriet en wanhoop, liep ze naar de buurvrouw toe. Die leidde haar naar binnen en het meisje deed haar verhaal. Over haar vent, de kindertjes, hun huisje, hun leven, en hoe dat plots allemaal op de helling was komen te staan. 
De buurvrouw knikte, schonk een kopje thee en liet het meisje uithuilen.
Een heel pakje zakdoekjes had het meisje tot piepkleine pluisjes gepulkt. De buurvrouw zei dat het best goed kon komen. Dat de vent wel zou bijdraaien. Dat niemand zomaar alles achter kan laten en elders opnieuw beginnen. Het meisje knikte. Ze wou het zo graag geloven. 
In de dagen en weken die volgden, bleek dat het onvoorstelbare best wél kon en dat de kloof die tussen haar en haar vent gaapte, stilaan onoverbrugbaar werd. Wat ze ook deed, wat ze ook zei, ze was hem kwijt en daar kon ze niets aan veranderen.


Maar het meisje had nu wel de buurvrouw, die daar al jaren woonde, maar nooit zo dichtbij. Ze aten samen taartjes, muizenhapjes weliswaar, ze dronken thee en bedachten plannen voor een mooiere toekomst. Af en toe kon het meisje weer lachen en zelfs geloven dat het beter zou worden. Af en toe, want vaak waren de dagen nog grijs en de nachten eindeloos. Zelfs onder alle winter- en zomerdonsdekens bij elkaar, had het meisje het nog altijd steen- en steenkoud. En toch zei de buurvrouw dat het meisje helemaal op haar eentje gelukkig zou moeten worden, zonder dat iemand haar daar bij hielp. En ze was lang niet de enige die dat zei. Maar dat zou pas later blijken.


dinsdag 15 december 2015

Einde

Hoe het begon... Of eerder, hoe het eindigde...
Op een schone septemberdag, na een zonnig weekend, met een babyborrel en een trouwfeest, pakten er onheilspellende donkere wolken samen, boven een huisje met een vent, een meisje en hun kindertjes. Alle puzzelstukjes vielen op hun plaats en het meisje wist plots wat er aan de hand was. Een ander meisje, of eerder een andere mevrouw, die zomaar het lef had om haar vent weg te kapen. Eerst dacht ze dat het nog wel te redden viel, hun samenzijn, het huisje, de kindertjes, hun LEVEN.
Maar de ene leugen werd op de andere gestapeld en het kaartenhuisje stortte in. Ze huilde bittere tranen en kon niets anders meer dan opgerold als een bolletje in de zetel liggen...
Al gauw kwamen er vrienden en vriendinnen, schoonzusjes en broers, zussen, collega's en buren om haar te  troosten. Maar ze was ontroostbaar. Gekwetst, tot in het diepste van haar ziel. Doorwaakte nachten, onwezenlijke dagen, duizend vragen en geen enkel antwoord. Helemaal alleen op de wereld, ondanks de kindertjes, de vrienden, de buren en haar familie....
Even dacht ze dat ze het gevonden had. De vent had een midlifecrisis, en moest dus uiterst voorzichtig en begripvol benaderd worden. Ze verslond alle mogelijke informatie over midlifecrisissen en kwam al gauw tot de conclusie dat het wel eens honderd jaar kon duren voor je ervan geneest. En dan nog.
Ze sukkelde nog dieper in de put en zat met haar handen in het haar. Ze luisterde naar heel triestige liedjes en het huis werd een rommeltje. Het buurmeisje en de buurjongen van vroeger, naast haar ouderlijke huis, kwamen opruimen. Ze brachten koffiekoeken mee en speelden met de kleintjes. Het meisje liet ondertussen haar wenkbrauwen epileren. En jee, ze voelde zich voor de volle 15 minuten wat beter.
De grootste kindertjes zegden haar op het middaguur, als ze afgepeigerd door het huis dwaalde, dat ze moest slapen. Dat zij dan wel even op de kleintjes zouden letten. Haar hart brak, omdat ze zich een slechte moeder waande, maar stiekem was ze ook wel fier op die twee.