donderdag 17 december 2015

Kerstboom

De grijze dagen werden korter. De doorwaakte nachten steeds langer. Het meisje werd ontzettend moe, december brak aan en de kerstgekte barstte los. Op de radio speelden ze het ene dwaze liedje na het andere.
Het liefst wou ze aan een winterslaap beginnen, om pas een heel eind in het nieuwe jaar weer wakker te worden. Bij voorkeur door een kus van een knappe, slimme, lieve prins op een groot, sterk en spierwit paard. Dat zou natuurlijk niet gebeuren en dat wist ze maar al te goed. Uiteraard geloofde ze nog in sprookjes, maar te gek moest het niet worden.
Al die kerstlichtjes deden pijn aan haar ogen en ook een beetje aan haar hart. Alle huizen in alle straten waren prachtig versierd en ze dacht dat het achter al die schitterende gevels wel peis en vree moest zijn, behalve in haar eigenste huisje, dat helemaal leeg en helemaal koud was.
Ook al wilde ze sterk en dapper zijn, soms kon ze niet anders dan meegaan in dat mottige gevoel van totale ontreddering.
Ze wilde het liefst alle kerstlichtjes doven, alle kerstbomen verbranden en ze bad dat de hele wereld bedolven zou worden onder een dik pak sneeuw, zodat alles wit zou zijn en oorverdovend stil.  Dan kon ze enkel nog naar de sterren kijken, en een wens doen als er eentje viel.
Op een donkergrijze zaterdagochtend ging de bel en stond haar broer op de stoep, verscholen achter een joekel van een kerstboom. De boom paste maar net in het huisje en het hart van het meisje zwol helemaal op, zo bol dat het net niet ontplofte.
Samen met de kindertjes hing ze lampjes en ballen in de boom, en de kindertjes vroegen of ze toch wel pakjes onder de boom mochten leggen.Ze nam zich voor om wat minder bevroren te zijn en trok zelfs een trui met een hert erop aan. Ze kreeg zowaar een kerstgevoel en neuriede mee met de dwaze liedjes op de radio. Ze bofte maar met zo'n broer.

1 opmerking: