De dagen werden terug langer en stilaan gingen ze voorbij zonder dat het meisje huilen moest. Niet dat ze nooit meer droevig was, ze was gewoon vaker blij. Als ze 's ochtends aan haar bureautje zat, zag ze de prachtigste zonsopgangen. Dan begon ze te dromen over wat er komen zou. Het leek zo veel dat ze er duizelig van werd.
Ze bedacht dat een gebroken hart wel groter en sterker moest zijn dan een gewoon hart. En dat ze daardoor alles dubbel voelde, of driedubbel. Als ze triest was, maar meer nog als ze blij was. Dan voelde ze haar herstellende hart bonzen in haar lijf en was ze echt dankbaar dat ze weer vrolijk kon zijn.
Soms kon ze nog razend worden en dan had ze zin om de hele huisraad eraan te gooien, maar ze had intussen wel geleerd dat ze daar niet gelukkiger van werd.
Nu pas begon ze ook zijn kastjes te gebruiken en plots had ze overal veel meer plaats. Naast het bed lagen er geen vijf boeken, maar minstens tien. Ze las alles door elkaar, want ze had nog altijd niet geleerd om ordelijk en efficiënt te zijn.
Maar ze danste wel weer met haar kindjes door de keuken en net zo goed op haar eentje.
De blosjes op haar wangen keerden terug en ze had opnieuw lichtjes in haar ogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten