maandag 8 augustus 2016

Aan zee

Het is zo'n dag waarop de lucht iets te fel blauw is. De schapenwolkjes lijken weggeplukt uit een sprookjessetting. Geen file naar zee , parkeerplek zat en op het strand een gezellige drukte. 
Picture perfect. Tot ze een paar seconden de verkeerde kant op kijkt en vreemd genoeg niet drie, 
maar slechts twee blonde kopjes spot. Onmiddellijk slaat de schrik haar om het hart. Het kan niet waar zijn. Het strand danst voor haar ogen en miljoenen kindertjes krioelen door elkaar. Behalve haar kleinste ventje. Haar benen willen niet meer mee, zijn net van elastiek.

In het strandtentje laat ze het meisje achter de bar zweren dat ze hem zullen vinden. Ze gaat er van klappertanden en de daver breidt zich uit over haar hele lijf.
In haar hoofd is hij al zes keer verdronken, opgeslokt door een haai of een reuzenkwal. 
Of ontvoerd, godbetert, maar als de ontvoerder ondervindt wat voor een tirannetje die kleine is, stuurt ie'm ongetwijfeld snel retour. Ze vindt zichzelf een waardeloze moeder, ook al blijkt het dagelijkse kost te zijn, van die verloren kindertjes. En plots is hij daar weer, op de handdoek, teruggelopen aan de hand van een alerte meneer, die gelukkig opgemerkt had dat het mannetje onbedoeld alleen op wandel was. 

Ze knijpt haar kind fijn en fluistert in zijn oor dat hij dat nooit meer mag doen. Echt nooit meer.




Als hij 's nachts wakker wordt, wat zelden of nooit gebeurt, 
plukt ze hem uit zijn bedje en dropt hem opgelucht naast haar in het grote bed. Ze trekt hem zo dicht tegen zich aan dat hij geen kant meer op kan. Soms mag dat. Nu nog wel.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten