vrijdag 19 augustus 2016

Meneertjes

Hij vindt het grappig, hoe doortastend ze was, destijds. Zij wil er liever niet meer aan denken. Ze gaan samen zwemmen, met het kleine meneertje erbij. Ze wil niet in het water en dan weer wel, omdat hij zegt dat het moet. Maar hij zegt het vooral om haar uit haar lood te slaan, wat hem ook aardig lukt. 
'Weet jij ooit zelf wel wat je wil ?' vraagt hij en ze schudt van nee.

Het kleine meneertje trapt per ongeluk op haar allerkleinste teen, die bont en blauw wordt en ontzettend zeer doet. Maar ze vindt het niet erg, want het is een lief knulletje, net zo lief als de grote meneer. Als hij haar zegt dat ze de Alchemist moet lezen, snelt ze naar de bib en grist het boek uit de rekken. Ze weet precies waar het staat, is er wel eens in begonnen, maar uitgelezen heeft ze het nooit. Dus begint ze er weer aan. Op een terrasje in de zon.





Nu ze geen levend lijk meer is, en ook de fase van het losgeslagen projectiel en het wankele sprookjesfiguur achter zich heeft gelaten, doopt ze aarzelend haar teen in de poel der 
ervaringsdeskundigen. Voorzichtig, omdat ze absoluut de waarheid niet in pacht heeft. Toch heeft ze heel wat geleerd, het afgelopen jaar. Dat alles weer goed komt, tijd alle wonden heelt en blablabla.



Ook al wenst ze niemand zo'n pak ellende toe, toch heeft ze voor in noodgevallen een lijstje opgesteld van hetgeen haar geholpen heeft:



Spotify (of iets dergelijks); geen therapie zo goed als muziek. Al was het maar om te ondervinden dat je niet de enige bent die het moeilijk heeft. 

Want dat heeft ze wel geleerd, 
dat bijna alle liedjes over de liefde gaan, of het gebrek daaraan. 
Bovendien kan je erop dansen 
en ook dat helpt bijzonder goed 
tegen zwarte gedachten.






Sporten. Ongelooflijk maar waar. Ze had nooit gedacht dat ze lopen leuk zou vinden. Maar kijk, niks zo goed als kilometers malen met muziek in haar oren en haar gedachten op groen. Het groen langs het water, dat in de winter een beetje bevroren is en in de zomer soms pijn doet aan haar ogen. Eerst zwom ze gewoon, omdat ze amper rechtop kon staan en dan is het wel zo fijn om baantjes te trekken en even helemaal gewichtloos te zijn. Om daarna in coma te gaan liggen in de sauna of het stoombad. 



Aan jezelf kunnen toegeven dat het niet meer gaat. Zeer belangrijk. Hulp inroepen als het nodig is en niet blijven ploeteren tot je er letterlijk bij neervalt. Heel moeilijk voor velen, maar echt nergens voor nodig.  Niemand heeft er wat aan en het vertraagt het verwerkingsproces. Een breuk uit het niets is traumatisch. Dus heb je recht op rouwen en weer recht krabbelen. Op je eigen tempo en niet op dat van een ander. En ja, het is best raar om van alles en iedereen genoeg te hebben, zelfs van je eigen kroost, maar abnormaal is het niet en wat had ze graag gewild dat iemand haar dat toen even had gemeld. Want het komt goed. Dubbel en dik. En dan haal je de schade zo weer in.




Praten, honderd keer hetzelfde vertellen en er eerst verdrietig om zijn en daarna razend. Tot je sterk genoeg bent om het los te laten en door te gaan. Mag met bubbels erbij. En een goede vriendin. (Of twee)




Op je handen staan. 
Ontzettend veel gedaan. 
Waar dat precies goed voor is, 
weet ze nog altijd niet. 
Maar het heeft wel iets, 
om de wereld op zijn kop te zien. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten