Bon, als je single bent is deze periode op zijn minst wat vreemd te noemen. En soms ook ronduit kut.
Dus lig ik zo stijf als een plank in de zetel en kijk naar slijmdraden van films, om me er extra bewust van te worden dat het ook anders kan. Met bomen en lichtjes en cadeaus en sneeuw enzo.
Ik tel af naar 24 december, omdat ik wil dat die dag verdwijnt in het niets, zodat we vrolijk en vol goede moed aan het nieuwe jaar kunnen beginnen. Ik sleep me naar een ontbijt met een collega annex supervriendin en ze heeft haar prachtkind bij en het is gewoon gezellig. Het gezelligste is de superknuffel die ze me bij het afscheid geeft. Zodat ik weer even weet dat ik een hart heb, en dat het nog bruisen kan ook.
Dan breekt de dag voor kerst aan en het is helemaal niet zo pijnlijk als ik had gevreesd. Om zes uur 's ochtends sta ik amandeldeeg te kloppen en probeer ik een butternutpompoen in gelijke stukken te hakken, wat nog niet zo makkelijk blijkt.
Als drie uur later de jongste man van mijn leven de trap afstommelt en zichzelf helemaal aankleedt, waarna hij in mijn gezicht prikt met zijn 'vimmers' terwijl hij in mijn oor zegt dat ik lief ben, word ik eigenlijk best wel blij.
We fietsen met ons tweetjes naar de stad en kopen überschattige cadeautjes bij Lily en bij Supergoods. En daarna gaan we in de Gouden vis orangina drinken terwijl Léon alle aanwezige bomma's versiert, de kleine charmeur. Ik blink van trots om dat kind. Wat een vent.
Op de terugtocht naar huis, doe ik tijdens het trappen keihard een wens, die bij thuiskomst zelfs uitgekomen blijkt te zijn. Iets met een bericht op een smartphone en dat het een fijne dag mag worden. Kan niet beter, natuurlijk. Dus kom maar op met die kerstavond.