dinsdag 21 juni 2016

Partners

Als er ergens één vent (of ergens één vrouw, dat kan ook natuurlijk) door dit verhaaltje te lezen, zou denken 'Gut, wat erg, ik hou toch nog even vol...' , is ze dan in haar opzet geslaagd ? Is er wel een opzet, schrijft ze dit verhaal in hoedanigheid van een moderne Jeanne d'Arc, beschermheilige van het eeuwigdurend partnerschap?
Neen. Eerst schreef ze uit noodzaak. Bij wijze van therapie. Omdat grijsgroene rotverdriet uit te zweten. Daarna voelde ze zich schuldig, om al dat gejammer, en wilde ze iedereen bedanken die er voor haar was geweest. Onbegonnen werk. Want dat heeft ze wel geleerd. Dat er werkelijk  mensen zijn die door het vuur gaan voor elkaar. Niet per se degenen van wie je dat het meest verwacht. Maar goed.
Happy. Single. Is ze tegen wil en dank. Met dat happy valt het nog wel mee. Sporadisch, vaker, doorgaans, meestal. Afgewisseld met een dipje. Of een rotdag. Met papieren zakdoekjes, wijn en het buurmeisje. Of de logé. Die ze niet heel goed kent, maar toch een beetje. En hoe er plots afscheid moet worden genomen. Zomaar, met een vingerknip.
Ze weet niet wat het ergste is. De dood, die zomaar ongevraagd iemand weg komt kapen. Of iemand, die zomaar met opzet verdwijnt. Omdat ie er genoeg van heeft.
Ze wil wel single zijn, nu. Tot ze de ware tegen komt. En van haar sokken wordt geblazen. Want dat is vereiste nummer één, voor haar.
'Het moet vooral praktisch zijn, zo'n partnerschap' zegt er iemand, terwijl hij haar doordringend aankijkt. Omdat hij weet dat dat nog nooit bij haar is opgekomen.
Het meisje knijpt haar ogen tot spleetjes. Misschien heeft hij gelijk. Misschien is dát het geheim. Praktisch, op elkaar ingespeeld en alles loopt op rolletjes. Een geoliede machine. Een tandem, als het ware.
Ben je dan beter gewapend tegen de dagelijkse sleur, die ongemerkt binnen komt sluipen en alles op zijn weg vakkundig vernielt?
Verrassing. Ook in datingland is het niet altijd zo'n feest. Als ze slapeloos naar het plafond ligt te staren in een vreemd bed, naast een vreemd lijf en haar eigen bed toch niet meer zo akelig leeg en koud lijkt te zijn.
Als ze zich realiseert dat haar eigenste lief wél wist welke pistoleetjes ze het liefste eet en ze zich nu alleen maar afvraagt of het überhaupt gewenst is om samen pistoleetjes te eten, met haar scharrel van de week. Dus valt het voor dat ze midden in de nacht over de verlaten snelweg scheurt, om als een bolletje onder haar dons te kruipen. En te bedenken dat het toch niet zo slecht is, in haar huisje, met het tuintje en de kindjes.






dinsdag 7 juni 2016

Voorbij

Alles gaat voorbij. Dat had ze niet gedacht. En toch is het zo. Samen met de dagen, de weken en de maanden verdwijnt stilaan het verdriet. Ze kan zich niet alles meer herinneren. Alleen dat het vreselijk was, uitzichtloos. En nu dus voorbij. Ze is weer haar oude zelf. Een beetje ongeduldig. Ook met de kindjes. Als ze 180 hemdjes, onderbroekjes en sokjes aan het droogrek hangt, moet ze soms tot tien tellen om niet te gaan gillen als ze hoort dat er een verdieping lager minstens twee van de vijf elkaar weer eens in de haren vliegen. Maar dan denkt ze met één sok binnenstebuiten om haar hand aan haar mindfulness-vrienden, hapt ze naar adem en gaat dapper verder met de was ophangen. Als ze zes sokken verder is, keert de rust doorgaans vanzelf terug. Geen reden om je druk te maken, dus. 
"Vandaag is het een speciale dag, mama" zegt er eentje en niet-begrijpend kijkt ze hem aan. "Vind jij dat dan niet speciaal, mama, naar de speeltuin gaan, fietsen en naar de diertjes kijken?" zegt het ventje, een beetje verwijtend.
Ze krijgt terug kippenvel. Van hun stralende snoetjes. Hun vette knuffels. En élke avond "Slaapwel mama, tot morrrrrrrrrrgen" met een r zoals alleen haar kleinste er één heeft. 
Ze hebben terug de slappe lach. En dansen op Papaoutai. "Onze papa is ook weg hè, mama"
"Ja" zegt ze dan. "Maar hij houdt nog héééééééééééééél veel van jullie, hoor"
Papa is nog altijd de sterkste en hij weet ook écht alles. En dat zal nooit veranderen. Toch niet in hun blonde kopjes.




zaterdag 23 april 2016

Crash

De crash. Ze had altijd gedacht dat het een mentale kwestie was. Maar het bleek vooral fysiek te zijn. Schluss. Gedaan. Over en uit. Uren lag ze op de grond. Op een spreitje voor de kachel. Te staren. Of te slapen. Als verdriet een kleur had, zou het donkerbruin zijn. De kleur van vuile donderwolken. Geen ontkomen aan. Ze had nochtans gedacht dat ze het achter zich kon laten. Dat het welletjes was geweest. Haar tranen niet waard. Dus liep ze euforisch rond. Schuimde feestjes af. Ging overal op haar handen staan en lachte om alles. Een beetje hysterisch op den duur. De voorbode, van de crash.
Valentijn is niet leuk, als je gedumpt bent. Ook niet als één van je tindermatchen je 'happy valentine, girly' wenst. Want ze is geen girly, maar een vrouw, en een moeder, van vijf. En plots lijkt dat het laatste wat ze wil. Wat ze kan. De toekomst is een monster met scherpe tanden. Een bodemloze put. 'Goed' denkt ze en ze belt haar moeder om te zeggen dat ze niet meer kan. Bij de dokter in de wachtzaal pulkt ze zakdoekjes tot bergjes piepkleine pluisjes. En ze kleurt in een kleurboekje voor kleuters. Ze denkt dat het maar tijdelijk is, iets van korte duur.
Maar in bed wil ze alleen maar dood zijn. Of in coma. Voor eventjes. Ze wil niemand meer horen. Niemand meer zien. Ook niet haar bloedeigen kindjes. De snik in het bezorgde telefoontje van haar moeder breekt haar hart. Maar ze kan alleen maar snauwen dat ze niks te zeggen heeft. In haar hoofd zitten kabouters met kettingzagen. Ze maken het onmogelijk om helder na te denken.
Het buurmeisje zet haar aan het breien en ze breit maar liefst vier sjaals achter elkaar. Goed voor een lengte van 8 meter. Haar broer ontvoert haar naar een kasteel in Frankrijk, waar ze roerloos in het gras ligt en het ontwaken van de natuur bekijkt. Als ze op de snelweg de benzinetank leeg rijdt, is niemand boos. Zij ook niet. Er zijn ergere dingen.
Ze huivert bij de gedachte aan de citytrip die ze gepland heeft. Maar het valt mee. Ze huilt bij het opstijgen. Op de hop on hop off bus. En het hele concert van Florence. Dat mens heeft de soundtrack van het moeilijkste half jaar van haar leven verzorgd.
Haar vriendinnen zijn geweldig. Zelfs wanneer ze bijna hun vlucht missen. Verwikkeld in een gesprek dat zo zwaar is dat de hele luchthaven in het niets lijkt op te lossen. Het knappe zwartje achter de incheckbalie loopt rood aan en vertikt het om hen te laten instappen.  De strenge agent vraagt hen of ze volgende keer willen nadenken. In deze tijden, met terroristische aanslagen op drukke luchthavens, is het niet echt wijs om in te breken op een vliegtuig.  Ze kan alleen maar haar schouders ophalen en een beetje onnozel lachen als het vliegtuig eindelijk - met vertraging, veroorzaakt door hen - de lucht in gaat.