Ow, zegt ze... When she suddenly falls pretty hard down the rabbit hole. Plots zit ze daar, op een feestje, op een plek waar ze normaal nooit zou komen. Ze is een beetje misselijk van de spanning en draaierig van de rosé in plastic bekertjes.
Ze weet zo goed wat ze wil, maar krijgt het met geen mogelijkheid onder woorden.
Zo gaat het altijd. Als ze alleen is, en vooral als ze loopt of keihard fietst, bruist ze van zelfvertrouwen en borrelen de wildste plannen klaar en helder in haar blonde warhoofdje op. Dan weet ze precies hoe ze het gaat aanpakken en exact wat ze zal zeggen. Tot het zo ver is, dan wordt ze weer die kleine, gekke Alice, met van die vragende ogen en een mond vol tanden. Een knoop in haar maag en steeds dat vreemde gesuis in haar oren.
Zo gaat het net, het ene ogenblik is ze groot, te groot voor de wereld en veel te vol van wat er allemaal mogelijk is en iets later piepklein en hulpeloos. Alice dus.
Om half twee 's nachts leest ze een boek, waarin haar leven precies beschreven staat, van A tot Z en alles ertussenin. Maar de volgende ochtend is ze alles weer vergeten en raast ze rustig voort.
Drie dagen duikt ze onder in Wonderland. Een eindeloos feest zonder zorgen.
En dan ziet ze HEM, the married man and his beautiful wife, zoals in het liedje van Alanis, destijds.
Ze kust hem vrolijk gedag en wordt een beetje high van de feromonen, de testosteron of alleszins iets dat haar naar het hoofd stijgt. Al kan het ook aan de warmte liggen, of de blikjes bier met rum.
Ze feest met moeder en dochter en weet niet wat ze nu het leukste vindt.
Ze knuffelt met de Mexicaan, die vindt dat ze op Bambi lijkt en ze maakt - per ongeluk - zijn zonnebril stuk. Een week later is ze er nog niet goed van. Op het aanrecht in de keuken ligt het afgebroken roze oor, dat ze voor altijd bij zal houden. Of toch nog heel lang.
zondag 31 juli 2016
dinsdag 19 juli 2016
Schoon kind
Eigen kind, schoon kind, heet dat dan. Maar het is ook een schoon kind. Met haar wilde haren en haar vlammende ogen. Ze houdt de boel mee draaiende, stopt de kleintjes in bad en houdt hen stevig bij de hand om te voorkomen dat ze in al hun enthousiasme onder een auto lopen. Ze stuurt berichten via Instagram en het verbaast haar wanneer die niet onmiddellijk gelezen worden, laat staan beantwoord. Liefst met een ‘JA’. Ze wil een hond, een popcornhoesje voor haar smartphone en lange jurken. Samen met haar beste vriendinnetje ligt ze op de trampoline, ze kijken naar de blauwe lucht en strekken hun bruine benen.
Voor hen is de zomer eindeloos en liefst zonder zorgen. Ze gibberen, kibbelen en dragen dezelfde kleren. Net zoals zij dat destijds deed, met haar vriendinnetjes van toen.
Vandaag is ze jarig. Elf, een dametje in pocketformaat. Ze wil niet naar Werchter, maar wel naar Tomorrowland. Onbegrijpelijk dat dat niet mag. Ze gaat hen een brief schrijven, of een mail misschien, want ze wil graag dat de editie in 2023 samenvalt met haar achttiende verjaardag.
Ze staat haar mannetje, als enige meisje tussen haar vier broers. Want assertief is ze wel, dat kind. En net dat maakt haar moeder zo fier. Ze zegt waar het op staat en klinkt het niet, dan botst het.
Ze kijkt te veel naar de kampioenen en lijkt vergroeid met haar iPad. Maar evengoed heeft ze bakken gezond verstand en geduld met de kleintjes.
Soms rolt ze met haar ogen en haar blik zegt meer dan duizend woorden. ‘Ge weet het dan toch’ zegt ze, tegen haar moeder.
En ja, ze weet het, dat ze een topdochter heeft, een crème van een meid, eentje uit duizend.
Dus ze vieren het, haar verjaardag, een feestje met nonkels en tantes en het kleinste nichtje met de blonde krulletjes.
En een cadeau dat niet in een doos past. Een hond misschien.
zondag 10 juli 2016
Feest
Dat het niet alle dagen feest is, verdomme.
Ze kan nog altijd razend worden. Dan hoort ze in haar hoofd het geluid van brekend glas en voelt het net alsof er watten in haar keel zitten en een klem om haar hart.
Boos omdat hij haar negeert. Omdat de kindertjes treuzelen. Of jengelen. Te vrolijk zijn of net niet.
Maar vooral boos op zichzelf. Omdat ze het haat om niet blij te zijn en omdat ze niet wil dat er nog steeds zo vaak dikke tranen verschijnen die haar zicht vertroebelen. Ze blijft koppig vastzitten in het verleden. Die ellendige weerhaakjes willen maar niet lossen. Dus ze kan de vent nog niet zien zonder dat de stoom uit haar oren komt. Ze kan zichzelf niet vergeven dat ze niet beter haar best heeft gedaan. Toen. Toen alles nog mogelijk was.
Ze pint spreuken vol wijsheid. Maar ze gelooft er niet in. In niks eigenlijk. En al zeker niet in de liefde. Waardoor ze zo lastig doet tegen iedereen die in haar buurt komt, dat het bij voorbaat al verloren is. Zodat ze keihard 'ik zei het toch' in haar smartphone kan schreeuwen of gewoon ophangt en de vliegtuigstand inschakelt.
Ze wordt heen en weer geschud tussen 'hou me alsjeblieft vast' en 'laat me verdomme met rust'
Aan de draaimolen, die haar enerzijds terugbrengt naar haar kindertijd en anderzijds symbool staat voor het in rondjes blijven draaien waar ze nu al zo lang mee bezig is, besluit ze om terug een leuke moeder te worden. Eentje die lacht in plaats van schreeuwt en troost in plaats van snauwt. Ze zijn prachtig, haar mooie kindertjes. Met hun immer blinkende oogjes en hun eindeloos geduld.
'Mama doet weer raar' zucht er wel eens eentje en ze weet dat hij gelijk heeft.
Bovendien spelen ze geen irritante spelletjes, roepen ze haar wanneer ze haar nodig hebben en hoeft ze zich nooit af te vragen of het wel gepermitteerd is om hen te knuffelen of in hun kleine oortjes een 'I love you' te blazen. Hun gesnotter, lawaai en hun kattenkwaad zijn altijd oprecht.
Ook als ze gillen dat ze een stomme mama is. Want dat is ze soms echt. Tot ze weer lief is en haar kleintjes als aapjes aan haar lijf komen hangen.
Ze kan nog altijd razend worden. Dan hoort ze in haar hoofd het geluid van brekend glas en voelt het net alsof er watten in haar keel zitten en een klem om haar hart.
Boos omdat hij haar negeert. Omdat de kindertjes treuzelen. Of jengelen. Te vrolijk zijn of net niet.
Maar vooral boos op zichzelf. Omdat ze het haat om niet blij te zijn en omdat ze niet wil dat er nog steeds zo vaak dikke tranen verschijnen die haar zicht vertroebelen. Ze blijft koppig vastzitten in het verleden. Die ellendige weerhaakjes willen maar niet lossen. Dus ze kan de vent nog niet zien zonder dat de stoom uit haar oren komt. Ze kan zichzelf niet vergeven dat ze niet beter haar best heeft gedaan. Toen. Toen alles nog mogelijk was.
Ze pint spreuken vol wijsheid. Maar ze gelooft er niet in. In niks eigenlijk. En al zeker niet in de liefde. Waardoor ze zo lastig doet tegen iedereen die in haar buurt komt, dat het bij voorbaat al verloren is. Zodat ze keihard 'ik zei het toch' in haar smartphone kan schreeuwen of gewoon ophangt en de vliegtuigstand inschakelt.
Ze wordt heen en weer geschud tussen 'hou me alsjeblieft vast' en 'laat me verdomme met rust'
Aan de draaimolen, die haar enerzijds terugbrengt naar haar kindertijd en anderzijds symbool staat voor het in rondjes blijven draaien waar ze nu al zo lang mee bezig is, besluit ze om terug een leuke moeder te worden. Eentje die lacht in plaats van schreeuwt en troost in plaats van snauwt. Ze zijn prachtig, haar mooie kindertjes. Met hun immer blinkende oogjes en hun eindeloos geduld.
'Mama doet weer raar' zucht er wel eens eentje en ze weet dat hij gelijk heeft.
Bovendien spelen ze geen irritante spelletjes, roepen ze haar wanneer ze haar nodig hebben en hoeft ze zich nooit af te vragen of het wel gepermitteerd is om hen te knuffelen of in hun kleine oortjes een 'I love you' te blazen. Hun gesnotter, lawaai en hun kattenkwaad zijn altijd oprecht.
Ook als ze gillen dat ze een stomme mama is. Want dat is ze soms echt. Tot ze weer lief is en haar kleintjes als aapjes aan haar lijf komen hangen.
Abonneren op:
Posts (Atom)