maandag 8 augustus 2016

Aan zee

Het is zo'n dag waarop de lucht iets te fel blauw is. De schapenwolkjes lijken weggeplukt uit een sprookjessetting. Geen file naar zee , parkeerplek zat en op het strand een gezellige drukte. 
Picture perfect. Tot ze een paar seconden de verkeerde kant op kijkt en vreemd genoeg niet drie, 
maar slechts twee blonde kopjes spot. Onmiddellijk slaat de schrik haar om het hart. Het kan niet waar zijn. Het strand danst voor haar ogen en miljoenen kindertjes krioelen door elkaar. Behalve haar kleinste ventje. Haar benen willen niet meer mee, zijn net van elastiek.

In het strandtentje laat ze het meisje achter de bar zweren dat ze hem zullen vinden. Ze gaat er van klappertanden en de daver breidt zich uit over haar hele lijf.
In haar hoofd is hij al zes keer verdronken, opgeslokt door een haai of een reuzenkwal. 
Of ontvoerd, godbetert, maar als de ontvoerder ondervindt wat voor een tirannetje die kleine is, stuurt ie'm ongetwijfeld snel retour. Ze vindt zichzelf een waardeloze moeder, ook al blijkt het dagelijkse kost te zijn, van die verloren kindertjes. En plots is hij daar weer, op de handdoek, teruggelopen aan de hand van een alerte meneer, die gelukkig opgemerkt had dat het mannetje onbedoeld alleen op wandel was. 

Ze knijpt haar kind fijn en fluistert in zijn oor dat hij dat nooit meer mag doen. Echt nooit meer.




Als hij 's nachts wakker wordt, wat zelden of nooit gebeurt, 
plukt ze hem uit zijn bedje en dropt hem opgelucht naast haar in het grote bed. Ze trekt hem zo dicht tegen zich aan dat hij geen kant meer op kan. Soms mag dat. Nu nog wel.


zondag 31 juli 2016

Tomorrowland

Ow, zegt ze... When she suddenly falls pretty hard down the rabbit hole. Plots zit ze daar, op een feestje, op een plek waar ze normaal nooit zou komen. Ze is een beetje misselijk van de spanning en draaierig van de rosé in plastic bekertjes.
Ze weet zo goed wat ze wil, maar krijgt het met geen mogelijkheid onder woorden.
Zo gaat het altijd. Als ze alleen is, en vooral als ze loopt of keihard fietst, bruist ze van zelfvertrouwen en borrelen de wildste plannen klaar en helder in haar blonde warhoofdje op. Dan weet ze precies hoe ze het gaat aanpakken  en exact wat ze zal zeggen. Tot het zo ver is, dan wordt ze weer die kleine, gekke Alice, met van die vragende ogen en een mond vol tanden. Een knoop in haar maag en steeds dat vreemde gesuis in haar oren.
Zo gaat het net, het ene ogenblik is ze groot, te groot voor de wereld en veel te vol van wat er allemaal mogelijk is  en iets later piepklein en hulpeloos. Alice dus.
Om half twee 's nachts leest ze een boek, waarin haar leven precies beschreven staat, van A tot Z en alles ertussenin. Maar de volgende ochtend is ze alles weer vergeten en raast ze rustig voort.
Drie dagen duikt ze onder in Wonderland. Een eindeloos feest zonder zorgen.
En dan ziet ze HEM, the married man and his beautiful wife, zoals in het liedje van Alanis, destijds.
Ze kust hem vrolijk gedag en wordt een beetje high van de feromonen, de testosteron of alleszins iets dat haar naar het hoofd stijgt. Al kan het ook aan de warmte liggen, of de blikjes bier met rum.
Ze feest met moeder en dochter en weet niet wat ze nu het leukste vindt.
Ze knuffelt met de Mexicaan, die vindt dat ze op Bambi lijkt en ze maakt - per ongeluk - zijn zonnebril stuk. Een week later is ze er nog niet goed van. Op het aanrecht in de keuken ligt het afgebroken roze oor, dat ze voor altijd bij zal houden. Of toch nog heel lang.





dinsdag 19 juli 2016

Schoon kind




Eigen kind, schoon kind, heet dat dan. Maar het is ook een schoon kind. Met haar wilde haren en haar vlammende ogen. Ze houdt de boel mee draaiende, stopt de kleintjes in bad en houdt hen stevig bij de hand om te voorkomen dat ze in al hun enthousiasme onder een auto lopen. Ze stuurt berichten via Instagram en het verbaast haar wanneer die niet onmiddellijk gelezen worden, laat staan beantwoord. Liefst met een ‘JA’. Ze wil een hond, een popcornhoesje voor haar smartphone en lange jurken. Samen met haar beste vriendinnetje ligt ze op de trampoline, ze kijken naar de blauwe lucht en strekken hun bruine benen.  
Voor hen is de zomer eindeloos en liefst zonder zorgen. Ze gibberen, kibbelen en dragen dezelfde kleren. Net zoals zij dat destijds deed, met haar vriendinnetjes van toen.
Vandaag is ze jarig. Elf, een dametje in pocketformaat. Ze wil niet naar Werchter, maar wel naar Tomorrowland. Onbegrijpelijk dat dat niet mag. Ze gaat hen een brief schrijven, of een mail misschien, want ze wil graag dat de editie in 2023 samenvalt met haar achttiende verjaardag.
Ze staat haar mannetje, als enige meisje tussen haar vier broers. Want assertief  is ze wel, dat kind. En net dat maakt haar moeder zo fier. Ze zegt waar het op staat en klinkt het niet, dan botst het.

Ze kijkt te veel naar de kampioenen en lijkt vergroeid met haar iPad. Maar evengoed heeft ze bakken gezond verstand en geduld met de kleintjes. 
Soms rolt ze met haar ogen en haar blik zegt meer dan duizend woorden. ‘Ge weet het dan toch’ zegt ze, tegen haar moeder. 
En ja, ze weet het, dat ze een topdochter heeft, een crème van een meid, eentje uit duizend.
Dus ze vieren het, haar verjaardag, een feestje met nonkels en tantes en het kleinste nichtje met de blonde krulletjes. 
En een cadeau dat niet in een doos past. Een hond misschien.