donderdag 20 oktober 2016

Ons huis

Een hoop bakstenen met een dak erop. Veluxen erin. Twee blauwe garagepoorten  die dringend geschilderd moeten worden. Een omgespitte tuin waar het onkruid alweer tot op heuphoogte opgeschoten is. 

Een gedateerde keuken waar ze net iets te vaak 'iets gemakkelijks' in de oven smijt of gewoon een stapel croque monsieurs op tafel tovert. Met 'keputch' en 'amme aise', voor de goede verstaander.

De keukentafel waar ze doorgaans tot middernacht aan zit, met vijf verschillende magazines, zesduizend facturen, sloten thee en haar laptop. En briefjes van de juffen die ze echt wel leest maar dan weer vergeet, omdat ze bedolven worden onder nieuwe briefjes en post die ze later wel zal doornemen. 

Het tafelzeil met de roze flamingo's erop en de gaatjes erin, omdat er eentje wou testen waar een verdwaalde aansteker eigenlijk voor dient. (Niet één van de flamingo's, maar één van de kindertjes)

De tafel waar ze zo vaak met hun zessen aan zitten en er af en toe per ongeluk  een glas wordt omgegooid. Waardoor ze soms keihard gaat gillen en soms ook helemaal niet. Liefst niet meer nu ze weet dat je daar een trauma kan van oplopen, van zo'n gillende moeder, voor een stomme plas melk.

De tafel waar ze met haar vriendinnen wijntjes drinkt, maar ook best vaak thee of een gedeeld kopje koffie. 
De muren die nog niet zo heel lang geleden geverfd zijn, maar ook versierd met stempels uit een verrassingsei en fragmenten uit liedjes die ze te mooi vindt om te vergeten. 

Foto's van de zomer die voorbij gewaaid is, met daarop de allermooiste mensen van de hele wereld. Kinderkunst van haar schatten en liefdesverklaringen aan de koelkast, met magneetjes en kiekjes van toen ze nog klein was en de toekomst niets meer dan een rozige vlek met een gouden randje.

Een huis met nog heel veel werk en een trap die ooit emerald green moet worden. Maar vooral een thuis waar het gezellig is en waar je je welkom mag voelen. En waar zij nog lang zal blijven gniffelen als werkelijk IEDEREEN probeert om door het smeedwerk van de voordeur weer naar buiten te kruipen. 

Kom maar eens testen, als je't niet gelooft.

zondag 16 oktober 2016

Eenzaam

Mag je in deze tijden, waar een mens op slechts een muisklik van een ander verwijderd is, schrijven over eenzaamheid? Kan dat wel, eenzaam zijn op een aardbol die kreunt onder de overbevolking?
Het is een beetje een vies woord, eentje waar we het liever niet over hebben, want kijk ons eens druk bezig zijn met sociale activiteiten, die ook nog eens uitvoerig gedeeld en geliked en becommentarieerd moeten worden. Het is not done om je niet ok te voelen en al helemaal niet om er voor uit te komen.

En toch, toch ligt ze nog vaak op de bank, die een beetje hard is, maar wel vlak bij de kachel staat. Ze probeert echt te genieten van de uurtjes op haar eentje. Maar soms is het moeilijk. Echt moeilijk. Niet dat ze niks te doen heeft, was en plas genoeg, administratie te over. 
Het is een rot gevoel, een klomp deeg in je maag met uitlopers naar je hart en een krop in je keel.
Stel je niet aan, zegt ze dan tegen zichzelf. Helaas helpt dat niet altijd.



zaterdag 24 september 2016

Verbeke Foundation

Ga maar mee, zegt hij. En zo komt ze nog eens ergens. In Kemzeke, bijvoorbeeld. De Verbeke Foundation . Indian Summer in september. Het is nog warm en toch sluipt langzaam de kilte van de herfst in haar botten. 


Ze zit op een trapje dat naar de eerste etage van het glazen huis leidt. Een vreemd bouwsel dat enkel uit ramen bestaat. Tientallen, misschien wel honderd.
Stil is het, enkel als je goed oplet hoor je in de verte de auto's over de snelweg razen. 




Vergane glorie.
Te veel, te groots en alles om ter mooist. Zelfs al nam je duizend foto's, dan nog zou je de indrukwekkende schoonheid ervan niet op beeld kunnen vastleggen. 









Drie dagen later staat ze daar weer, met twee van de vijf. Een magere opkomst, maar de jeugd heeft andere verplichtingen. 

Nog een keer door de prachtige tuin, in de enorme serres en overal waar haar twee kleinsten maar heen willen.








Geen opgeheven vingertjes hier, ze mogen overal op, in, onder en door. Behalve naar de hoogste verdieping van de CampingFlat ,want net voor ze de tweede verdieping bereiken, moeten ze omwille van de knikkende knieën van hun mamaatje weer naar beneden.

























Terug in de auto vraagt er eentje of ze de volgende dag nog een keer gaan. Wat zeg je schatje? vraagt ze, omdat ze denkt dat ze’t niet goed heeft verstaan.


Zaterdag dan? klinkt zijn stemmetje hoopvol. Los erop.
Zaterdag, beloofd! zegt ze. En voor een keer trekt ze geen gezicht als hij vraagt of hij op de Xbox mag.